Werknemers die zich tijdens de werkuren moeten aanbieden voor een vaccinatie zullen het recht krijgen om gedurende de nodige tijd afwezig te zijn van het werk, met behoud van het normaal loon. De organisatorische en financiële impact hiervan bij de werkgevers is evenwel niet gering. In de bouwsector zal het, gezien de specifieke werkomstandigheden (arbeiders zijn op werven aan de slag al dan niet ver van hun woonplaats, vaak in ploegverband), niet evident zijn om de afwezigheid in de loop van de vastgestelde dag voor vaccinatie tot een minimum te beperken.
De sociale partners hebben daarom een reeks opmerkingen en vragen geformuleerd bij de geplande regeling en rekenen erop dat de regering en het parlement hiermee rekening houdt. Om een vlotte organisatie van het werk te verzekeren, vragen de sociale partners o.m. de werknemer te verplichten zijn werkgever onmiddellijk te verwittigen van zodra het tijdstip of tijdsslot voor de vaccinatie voor hem bekend is. Zij wensen ook dat de burger in de mogelijkheid zou worden gesteld om een alternatief tijdstip te kiezen als het voorgestelde tijdstip niet past. De sociale partners zijn ook van oordeel dat de uitnodiging voor de vaccinatie niet kan volstaan als bewijs om het recht op vaccinatieverlof uit te oefenen, maar dat de voorlegging van de bevestiging van de afspraak waaruit plaats en uur blijkt moet vereist gesteld worden.
Het is nu aan de regering en het parlement om de regeling en de modaliteiten ervan definitief uit te werken. Van zodra de wet goedgekeurd is, zullen we hierover verder informeren.