Overslaan en naar de inhoud gaan

Onderaanneming in kaart gebracht: noodzaak door krappe arbeidsmarkt en toenemende specialisatie

Sollicitant met lege stoelen.

Onderzoek van HIVA-KU Leuven brengt de omvang en het profiel van de onderaannemingsketens bij bouwwerken in ons land voor het eerst in beeld. Embuild is tevreden dat er nu duidelijke informatie bestaat en wijst erop dat onderaanneming een noodzaak is door de krappe arbeidsmarkt en de stijgende specialisatie in de bouw- en installatiesector. Een hoofdaannemer heeft doorgaans een goede relatie met zijn onderaannemer, maar eventuele fraude moet aangepakt worden. De bouwfederatie zelf heeft al voorstellen gedaan om hier korte metten mee te maken.

Uit een studie van HIVA-KU Leuven blijkt dat een onderaannemingsketen bij een aangifte van werken van 500.000 euro of meer gemiddeld 1,6 hoofdaannemers en 16,5 onderaannemers telt. Ongeveer 30% van de onderaannemingsketens op dergelijke grote bouwwerven heeft zelfs 20 of meer onderaannemers in de keten. De grootste keten die in de aangiften van werken werd gemeld, bestaat uit 188 onderaannemers in totaal. 22% van de onderaannemers is in het buitenland gevestigd, zo blijkt verder nog uit het onderzoek. 

Embuild is tevreden dat er voor het eerst een studie over onderaanneming wordt gemaakt die duidelijke informatie en cijfers bevat. Door een gebrek aan geschikte medewerkers (ruim 17.000 vacatures staan momenteel open in de bouw- en installatiesector) en een sterk toegenomen specialisatie, is onderaanneming in onze sector eenvoudigweg een noodzaak. Hoofdaannemers hebben in zowat alle gevallen ook een goede relatie met hun onderaannemer.

Het onderzoeksrapport geeft ook aan dat onderaanneming ook soms leidt tot slechte werkomstandigheden of een gebrek aan transparantie. Eventuele vormen van fraude moeten volgens Embuild worden aangepakt, maar de bouwfederatie benadrukt zelf voorstellen te hebben gedaan om mogelijk misbruik tegen te gaan. Zo wordt de verticale keten van onderaanneming al sinds 2017 gecontroleerd bij publieke opdrachten. Verder is voor Embuild een herziening van de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling inzake loonschulden mogelijk, voor zover de werkgevers hiervoor de juiste tools krijgen om die schulden te kunnen controleren. Daarvoor is er een databank nodig. Tot slot pleit de bouwfederatie ook voor de wettelijke verankering van het sectorale identificatiemiddel, de “ConstruBadge”, zodat er sociale controle kan plaatsvinden op de werf.

De Vlaamse regering heeft eerder al beslist om de aansprakelijkheid van (intermediaire) aannemers voor illegale tewerkstelling in Vlaanderen te verstrengen. De schriftelijke verklaring dat de onderaannemer geen illegaal verblijvende werknemers tewerkstelt en zal tewerkstellen of geen zelfstandige activiteit uitoefent zonder (geldige) verblijfsvergunning, blijft bestaan. Daar zal een zorgvuldigheidsplicht bijkomen: de (intermediaire) aannemers zullen dan een aantal gegevens (onder meer over verblijf en toelating tot arbeid) van hun werknemers of zelfstandigen waarmee ze samenwerken (niet-EU-onderdanen), moeten laten aanleveren door hun onderaannemers. Hiervoor zal een online platform uitgewerkt worden.