Het gaat van kwaad naar erger met de prijzen en de levertermijnen van bouwmaterialen. 98% van de bouwbedrijven zag de prijzen van bouwmaterialen nog verder stijgen sinds het losbarsten van de oorlog in Oekraïne. Vooral de prijzen van staal, non-ferro, hout, pvc en isolatiematerialen gingen naar omhoog. Bouwmaterialenhandelaars passen hun aanpak aan door offertes minder lang geldig te houden (44% beperkt de offerte tot een aantal dagen, 8% tot een aantal uren).
Daarbovenop spreekt 82% van de aannemers van een verdere verlenging van de levertermijnen van bouwmaterialen, in vergelijking met januari van dit jaar. In maart bedroeg dat aantal 72%. De overgrote meerderheid van de bouwbedrijven vreest dan ook bepaalde werven te moeten stoppen door een gebrek aan materialen en/of door te grote verliezen, indien de situatie zich verder blijft ontwikkelen als de voorbije weken. Daarom vindt de Confederatie Bouw het uitstekend dat de tijdelijke werkloosheid door corona en de oorlog alvast verlengd werd tot 30 juni 2022. Tussen 15 maart en 15 april maakte 62% van de bouwfirma’s daar gebruik van . Naast weerverlet waren vooral de materiaalproblemen en corona de hoofdredenen om tijdelijke werkloosheid in te zetten. Een extra domper voor de sector is dat door de ontspoorde inflatie de loonkost in 2021 en 2022 met liefst 9,22% zal stijgen, wat veel meer is dan verwacht.
Bovendien rekent slechts de helft (51%) van de bouwfirma’s die prijsverhogingen van materialen, lonen en energie door aan privéklanten (vaker gedeeltelijk dan geheel). Om in deze moeilijke omstandigheden het hoofd boven water te kunnen houden, verwacht de bouw nog een aantal ondersteunende maatregelen vanwege de overheid. Zo zou tijdelijke overmacht moeten worden toegepast wanneer werkzaamheden door leveringsproblemen niet mogelijk zijn, moeten de accijnzen op zakelijk energieverbruik naar beneden en moeten er gedetailleerde prijsherzieningsformules in contracten worden ingevoegd.
Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw: “Gezien dit een internationaal probleem is, hebben we, samen met onze Europese partnerorganisaties, aan de Europese concurrentieautoriteiten gevraagd om na te gaan of er geen misbruik van marktmacht gebeurt door grote spelers van grondstoffen en/of bouwmaterialen die het aanbod en/of de prijs beïnvloeden.”