Dit jaar stijgt de prijs van de treinkaarten met 2,14%. De tussenkomsten van de werkgever in de kosten van de woon-werkverplaatsingen die de werknemers met eigen of openbaar vervoer maken worden daarop berekend en zijn dus gewijzigd in functie van de tariefaanpassing bij de NMBS.
Voor de arbeiders PC 124 gaat het om een aanpassing van het bedrag van de terugbetaling van de reiskosten in de barema’s A (trein) en B (ander vervoer). Het bedrag van hun mobiliteitsvergoeding blijft ongewijzigd. In overeenstemming met de cao is de terugbetaling van de reiskosten uitgedrukt in een weekbedrag. Als de afstanden die de arbeider dagelijks aflegt verschillend zijn, moet je de tussenkomst pro rata berekenen.
Voor de bedienden PC 200 gaat het om een aanpassing van de tussenkomsten in de reiskosten per trein en met eigen vervoer. De tussenkomsten voor ander openbaar vervoer wijzigen daarentegen niet (hiervoor gelden de forfaitaire bedragen bepaald in de cao nr. 19/9 van de Nationale Arbeidsraad en deze hebben geen aanpassing gekend). Voor je bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken, ben je als werkgever enkel verplicht om tussen te komen in de kosten als hun jaarlijkse bruto bezoldiging het bedrag van 29.680 euro niet overschrijdt (grens aangepast vanaf 1/1/2022 bij de cao 2021-2022). Bij openbaar vervoer is er geen loongrens.
Vermelden we nog dat de bedragen van de fietsvergoedingen zoals vastgelegd in de cao’s (voorlopig) niet wijzigen. In het PC 124 bedraagt de fietsvergoeding 0,24 euro/km. Voor de bedienden PC 200 is die vastgesteld op 0,10 euro/km (wordt vanaf 1/7/2022 verhoogd naar 0,20 euro/km door de cao 2021-2022).